Deontologische code

De deontologische code bevat de algemene principes, regels en afspraken volgens welke de Inspectie van Financiën werkt. Zij heeft als bedoeling de missie, de visie en de drie kernwaarden van de Inspectie van Financiën uit te dragen (onafhankelijk, loyaal, plichtsbewust).

Iedere inspecteur moet zich afzijdig houden van elk gedrag dat deze plichten schendt maar ook van elk gedrag dat de verdenking zou kunnen doen ontstaan dat de plichten in het gedrang zouden kunnen komen. Elke inbreuk kan aanleiding geven tot tuchtsancties.

Onze drie kernwaarden zijn de volgende. U kan meer informatie vinden in onze deontologische code, zie hier.

1. ONAFHANKELIJKHEID

Een  inspecteur van financiën oefent zijn advies- en controlefunctie uit in volle onafhankelijkheid.  Deze onafhankelijkheid wordt beschermd door de bijzondere wet en is essentieel voor de functie. De inhoud van zijn of haar adviezen mag niet worden beïnvloed door druk van buitenaf of van de persoon die het advies vraagt.  Indien deze druk een buitensporig karakter aanneemt (bv. dreiging, afpersing, enz.) dan meldt hij dit aan de korpschef. Indien deze druk een persoonlijk karakter heeft, kan de inspecteur van financiën zich laten vervangen (door de vervanger aangeduid ingeval van afwezigheid).

2. LOYALITEIT

Een inspecteur van financiën vervult zijn of haar taak te goeder trouw, op een constructieve wijze met naleving van wetgeving en reglementering en in functie van het algemeen belang.

Hij of zij stelt zich loyaal op ten aanzien van de bevoegde autoriteiten en zijn collega’s.

3. PLICHTSBEWUSTZIJN

Bij de uitoefening van zijn taak doet een inspecteur van financiën beroep op zijn kennis, zijn bekwaamheid en ervaring.

Hij of zij heeft de plicht zich voortdurend bij te scholen om deze noodzakelijke kwaliteiten op een voldoende peil te houden teneinde de efficiëntie en de effectiviteit van zijn prestaties te blijven waarborgen.

Gebruik van relevante gegevens, kritische reflectie, objectieve overwegingen en logisch denken zijn noodzakelijke voorwaarden bij adviezen en verslagen.

Een  inspecteur van financiën is voldoende beschikbaar voor de dienst, rekening houdend met de hoge particuliere eisen van de functie. Hij of zij beijvert zich om zijn adviezen en zijn rapporten binnen een redelijke termijn te verstrekken rekening houdend met prioriteiten en noodzakelijke kwaliteitseisen van het gevraagde advies of rapport.